Summary
Dutch
Detailed Translations for houder from Dutch to English
houder:
-
de houder (eigenaar; bezitter; drager)
-
de houder (pennenhouder; etui)
-
de houder
Translation Matrix for houder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bearer | bezitter; drager; eigenaar; houder | bagagedrager; brenger; drager; kruier; lijkdrager; sjouwer; toonder |
cradle | houder | kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg |
holder | bezitter; drager; eigenaar; houder | bak; bezitster; container; reservoir |
owner | bezitter; drager; eigenaar; houder | eigenaar |
penholder | etui; houder; penhouder; pennenhouder | |
possessor | bezitter; drager; eigenaar; houder | bezitster; eigenares; vrouwelijke eigenaar |
proprietor | bezitter; drager; eigenaar; houder | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cradle | heen en weer zwaaien; in de houder plaatsen; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen |