Balans: translate Dutch

Summary

Dutch to English: more detail...

balans:
- equilibrium; balance; balance sheet; trade balance; balance of trade; weighing machine; scales; weigh-beam; steelyard; weighhouse; weighing-house; weigh-house
Balans:
- Balance
Wiktionary:
- balans → balance
- balans → balance, balance spring, balance wheel, scale, weighing machine, balance sheet

Dutch

Detailed Translations for balans from Dutch to English

de balans (evenwicht; harmonie)
the equilibrium; the balance
- equilibrium [the ~] noun
- balance [the ~] noun
de balans (jaarafsluiting; handelsbalans)
the balance sheet; the trade balance; the balance of trade
- balance sheet [the ~] noun
- trade balance [the ~] noun
- balance of trade [the ~] noun
de balans (weegschaal; bascule; waag)
the weighing machine; the balance; the scales; the weigh-beam; the steelyard; the weighhouse; the weighing-house; the weigh-house
- weighing machine [the ~] noun
- balance [the ~] noun
- scales [the ~] noun
- weigh-beam [the ~] noun
- steelyard [the ~] noun
- weighhouse [the ~] noun
- weighing-house [the ~] noun
- weigh-house [the ~] noun
de balans
the balance sheet
- balance sheet [the ~] noun
de balans
the balance sheet
– A statement of the financial position of an organization that reports the state of assets, liabilities, and equity on a specified date. ¹
- balance sheet [the ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
balance	balans; bascule; evenwicht; harmonie; waag; weegschaal	activa; baten; bezit; equatie; evenwichtigheid; gelijkmaking; overblijfsel; rekeningsaldo; rest; saldo; tegoed; vereffening; waag; weegbrug; weeghuis
balance of trade	balans; handelsbalans; jaarafsluiting
balance sheet	balans; handelsbalans; jaarafsluiting	jaarbericht; jaarverslag
equilibrium	balans; evenwicht; harmonie	evenwichtigheid
scales	balans; bascule; waag; weegschaal	snelweger; waag; weegbrug
steelyard	balans; bascule; waag; weegschaal
trade balance	balans; handelsbalans; jaarafsluiting	handelsbalans
weigh-beam	balans; bascule; waag; weegschaal
weigh-house	balans; bascule; waag; weegschaal	waaggebouw
weighhouse	balans; bascule; waag; weegschaal
weighing machine	balans; bascule; waag; weegschaal
weighing-house	balans; bascule; waag; weegschaal	waag; waaggebouw; weeghuis
Verb	Related Translations	Other Translations
balance		balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren

balans

noun

evenwicht
- balans → balance
een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
- balans → balance
(economie) een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar
- balans → balance

balans

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• balans	→ balance	↔ Balance — Gleichgewicht, innere Ruhe
• balans	→ balance spring; balance wheel	↔ Unruh — Technik: meistens mit einer Spiralfeder verbundenes Schwungrad in mechanischen Uhren, das für einen gleichmäßigen Gang sorgt
• balans	→ scale; balance; weighing machine	↔ balance — métrol\|fr instrument de mesure utilisé pour peser des éléments, pour déterminer leur masse.
• balans	→ balance sheet	↔ bilan — récapitulatif.

Balans
the Balance
– A SmartArt graphic layout used to compare or show the relationship between two ideas. Each of the first two lines of Level 1 text corresponds to text at the top of one side of the center point. Emphasizes Level 2 text, which is limited to four shapes on each side of the center point. The balance tips towards the side with the most shapes containing Level 2 text. Unused text does not appear, but remains available if you switch layouts. ¹
- Balance [the ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
Balance	Balans