Summary
Dutch to English: more detail...
- maken:
-
Wiktionary:
- het maken → fare, ride, travel, drive, wend
- maken → do, make, obviate, interfere, hinder, globe-trot, get, drive, frighten, fain, err, deteriorate, deride, darken, create, bring forth, produce, smooth, smoothen, spot, turn out
- maken → compose, dial, create, write, typeset, set, build, construct, make, produce, fabricate, manufacture, concoct, do, operate, impact, impinge, work, avail, affect, act, take action, move, ask, fix, repair, mend, renovate, restore, renew, remedy, remediate, render, cause, get, return
Dutch
Detailed Translations for het maken from Dutch to English
het maken form of maken:
-
maken (in het leven roepen; scheppen)
to make; to create; to conceptualize; to construct; to prepare; to manufacture; to design; to invent; to conceptualise -
maken (vervaardigen; produceren; voortbrengen; fabriceren)
-
maken (repareren; herstellen; fiksen; rechtzetten; goedmaken)
-
maken (vormen; vervaardigen; kneden; modelleren)
-
maken
Conjugations for maken:
o.t.t.
- maak
- maakt
- maakt
- maken
- maken
- maken
o.v.t.
- maakte
- maakte
- maakte
- maakten
- maakten
- maakten
v.t.t.
- heb gemaakt
- hebt gemaakt
- heeft gemaakt
- hebben gemaakt
- hebben gemaakt
- hebben gemaakt
v.v.t.
- had gemaakt
- had gemaakt
- had gemaakt
- hadden gemaakt
- hadden gemaakt
- hadden gemaakt
o.t.t.t.
- zal maken
- zult maken
- zal maken
- zullen maken
- zullen maken
- zullen maken
o.v.t.t.
- zou maken
- zou maken
- zou maken
- zouden maken
- zouden maken
- zouden maken
en verder
- ben gemaakt
- bent gemaakt
- is gemaakt
- zijn gemaakt
- zijn gemaakt
- zijn gemaakt
diversen
- maak!
- maakt!
- gemaakt
- makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
maken (fabriceren; vervaardigen; produceren; vervaardiging; aanmaken)
the manufacturing; the producing; the making; the preparation; the production; the fabrication; the repairing -
maken (creëren; scheppen)
-
maken (vervaardiging; productie; fabricage)
Translation Matrix for maken:
Related Words for "maken":
Synonyms for "maken":
Antonyms for "maken":
Related Definitions for "maken":
Wiktionary Translations for maken:
maken
Cross Translation:
verb
maken
-
(overgankelijk) in elkaar zetten
verb
-
to bypass a requirement
-
to indicate or suggest to be
-
to cause to be
-
to bring into success
-
to create
-
to interpret
- make → denken; interpreteren; maken
-
to construct
-
-
-
to make a task difficult
-
travel all over the world
-
cause to become
-
to disturb with fear
- frighten → bang; maken; beangstigen
-
gladden
-
make a mistake
- err → fout; maken; vergissing; zich vergissen
-
make worse
-
to harshly mock; ridicule
-
to make dark(er) in colour
-
to put into existence
-
to create, bring into existence
-
to make or manufacture
-
to sponsor and present (a motion picture, etc)
-
make smooth
-
stain; leave a spot
-
to produce; make
Cross Translation: