Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hoofddeksel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoofddeksel from Dutch to English

hoofddeksel:

hoofddeksel [het ~] noun

  1. het hoofddeksel (muts)
    the bonnet; the cap; the headgear; the hat
  2. het hoofddeksel (kap)
    the cap; the hood; the wimple; the casque
  3. het hoofddeksel (pet)
    the cap; the hat; the headgear; the bonnet; the tame; the button
  4. het hoofddeksel (hoofdbedekking)
    the headgear

Translation Matrix for hoofddeksel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bonnet hoofddeksel; muts; pet kapothoed; motorkap
button hoofddeksel; pet drukkertje; knop; knopje; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop
cap hoofddeksel; kap; muts; pet baret; dop; kapje; klappertje; kroonkurk; muts; sluitdop; uniformmuts; uniformpet
casque hoofddeksel; kap helm; hoofdbescherming
hat hoofddeksel; muts; pet hoed; hoedje
headgear hoofdbedekking; hoofddeksel; muts; pet
hood hoofddeksel; kap afzuigkap; capuchon; rookkap; wasemkap
tame hoofddeksel; pet
wimple hoofddeksel; kap
VerbRelated TranslationsOther Translations
button aan elkaar binden; aan elkaar knopen; knopen; strikken; vastknopen
tame onder gezag brengen; onderwerpen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; temmen; zich meester maken van
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
tame tam

Related Words for "hoofddeksel":

  • hoofddeksels

Wiktionary Translations for hoofddeksel:

hoofddeksel
noun
  1. een kledingstuk dat (een deel van) het hoofd bedekt

Related Translations for hoofddeksel