Dutch

Detailed Translations for tip from Dutch to English

tip:

tip [de ~ (m)] noun

  1. de tip (aanwijzing; vingerwijzing; vingerwenk; wenk)
    the tip; the hint; the pointer; the lead; the tip-off; the cue; the clue
  2. de tip
    the tip
    – A type of note that helps users apply the techniques and procedures described in the text to their specific needs. A tip suggests alternative methods that may not be obvious and helps users understand the benefits and capabilities of the product. A tip is not essential to the basic understanding of the text. 1
    • tip [the ~] noun

Translation Matrix for tip:

NounRelated TranslationsOther Translations
clue aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; spoor
cue aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk bevelschrift; consigne; dwangbevel; keu; opdracht; order; stapel; taak
hint aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aantijging; aanwijzing; flinter; floers; hint; insinuatie; klein beetje; schijntje; snufje; spoor; toespeling; verwijzing; vleugje; waas; zijdelingse verdachtmaking; zweem; zweempje
lead aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanvoeren; aanvoering; aanwijzing; elektrische geleiding; geleiding; leiding; lood; naaiplombe; plombe; potentiële klant; sales lead; spoor; voorgaan; voorsprong
pointer aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanknopingspunt; aanwijzer; aanwijzing; wijzer
tip aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; centrumspits; fooi; hoogst haalbare; punt; spits; spoor; top; topje; uiteinde
tip-off aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk hint
VerbRelated TranslationsOther Translations
hint doorschijnen
lead aanvoeren; begeleiden; besturen; in goede banen leiden; leiden; leiding geven; loden; managen; meevoeren; van loodglazuur voorzien; voeren; voorzitten
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
tip-off inlichtingen; tips

Related Words for "tip":


Wiktionary Translations for tip:

tip
noun
  1. piece of private information

Cross Translation:
FromToVia
tip peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme; end; ending; conclusion; finish; termination boutpartie extrême d’une chose.
tip peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme; climax; culmination cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.
tip peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme pointeextrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être.

tip form of tippen:

tippen verb (tip, tipt, tipte, tipten, getipt)

  1. tippen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; )
    to notify; to inform; to make known; to send word
    • notify verb (notifies, notified, notifying)
    • inform verb (informs, informed, informing)
    • make known verb (makes known, made known, making known)
    • send word verb (sends word, sent word, sending word)
  2. tippen (aanstippen; aantippen)
    to tick; to tick off
    – put a check mark on or near or next to 2
    • tick verb (ticks, ticked, ticking)
    • tick off verb (ticks off, ticked off, ticking off)
      • tick off the items2

Conjugations for tippen:

o.t.t.
  1. tip
  2. tipt
  3. tipt
  4. tippen
  5. tippen
  6. tippen
o.v.t.
  1. tipte
  2. tipte
  3. tipte
  4. tipten
  5. tipten
  6. tipten
v.t.t.
  1. heb getipt
  2. hebt getipt
  3. heeft getipt
  4. hebben getipt
  5. hebben getipt
  6. hebben getipt
v.v.t.
  1. had getipt
  2. had getipt
  3. had getipt
  4. hadden getipt
  5. hadden getipt
  6. hadden getipt
o.t.t.t.
  1. zal tippen
  2. zult tippen
  3. zal tippen
  4. zullen tippen
  5. zullen tippen
  6. zullen tippen
o.v.t.t.
  1. zou tippen
  2. zou tippen
  3. zou tippen
  4. zouden tippen
  5. zouden tippen
  6. zouden tippen
en verder
  1. ben getipt
  2. bent getipt
  3. is getipt
  4. zijn getipt
  5. zijn getipt
  6. zijn getipt
diversen
  1. tip!
  2. tipt!
  3. getipt
  4. tippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tippen:

NounRelated TranslationsOther Translations
tick getik; het tikken van de klok; klokgetik; teek
VerbRelated TranslationsOther Translations
inform informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen aandienen; berichten; bewust maken; iets aankondigen; iets melden; informeren; inlichten; kennisgeven van; meedelen; melden; mening kenbaar maken; onderrichten; rapporteren; verkondigen; verslag uitbrengen; voorlichten; zeggen
make known informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
notify informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
send word informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
tick aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanroeren; aanstippen; even aanraken; merken
tick off aanstippen; aantippen; tippen aanstrepen; afvinken; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken; vinken

Related Words for "tippen":


Wiktionary Translations for tippen:

tippen
verb
  1. inform police or investigators of a potential clue



English

Detailed Translations for tip from English to Dutch

tip:

tip [the ~] noun

  1. the tip (hint; pointer; lead; )
    de aanwijzing; de tip; de vingerwijzing; vingerwenk; de wenk
  2. the tip (far end; terminus)
    het uiteinde
  3. the tip (gratuity)
    de fooi
  4. the tip (clue; lead; hint)
    de aanwijzing; de spoor
  5. the tip
    het topje
  6. the tip (apex; vertex; summit; crest)
    de spits; de centrumspits
  7. the tip (apex; peak; top; )
    de top; hoogst haalbare
  8. the tip (point; peak)
    – a V shape 2
    de punt
    • punt [de ~ (m)] noun
  9. the tip
    – A type of note that helps users apply the techniques and procedures described in the text to their specific needs. A tip suggests alternative methods that may not be obvious and helps users understand the benefits and capabilities of the product. A tip is not essential to the basic understanding of the text. 1
    de tip
    • tip [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for tip:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanwijzing clue; cue; hint; lead; pointer; tip; tip-off assignment; charter; command; evidence; forerunner; guide; harbinger; herald; house rules; indication; instruction; lead; omen; order; pointer; sign; starting point; statute; suggestion; symptom
centrumspits apex; crest; summit; tip; vertex
fooi gratuity; tip
hoogst haalbare apex; crest; mountain top; peak; pinnacle; summit; tip; top; vertex
punt peak; point; tip case; dot; grade; grading mark; issue; mark; point; question
spits apex; crest; summit; tip; vertex flank guard; left winger; outside left; outside right; peak hour; right-winger; rush hour; wing-player; winger; wingplayer
spoor clue; hint; lead; tip railroad; railroad track; railway; track; tracks
tip clue; cue; hint; lead; pointer; tip; tip-off
top apex; crest; mountain top; peak; pinnacle; summit; tip; top; vertex apex; climax; crest; crown; culminating point; mountain top; peak; pinnacle; ridge; roof-ridge; spike; summit; summmit; top; zenith
topje tip
uiteinde far end; terminus; tip
vingerwenk clue; cue; hint; lead; pointer; tip; tip-off
vingerwijzing clue; cue; hint; lead; pointer; tip; tip-off
wenk clue; cue; hint; lead; pointer; tip; tip-off sign; signal
- backsheesh; baksheesh; bakshis; bakshish; confidential information; crest; crown; gratuity; hint; lead; peak; pourboire; steer; summit; top; wind
VerbRelated TranslationsOther Translations
- angle; bung; fee; lean; slant; tap; tilt; tip off; tippytoe; tiptoe; topple; tumble
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
spits keen; pointed; sharp
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
punt point
OtherRelated TranslationsOther Translations
- dump; gratuity; overturn; seesaw; service; service charge; swing up and down; tilt; tip up
ModifierRelated TranslationsOther Translations
top exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops

Related Words for "tip":


Synonyms for "tip":


Related Definitions for "tip":

  1. an indication of potential opportunity2
    • he got a tip on the stock market2
  2. the top or extreme point of something (usually a mountain or hill)2
    • they clambered to the tip of Monadnock2
  3. the extreme end of something; especially something pointed2
  4. a relatively small amount of money given for services rendered (as by a waiter)2
  5. a V shape2
  6. remove the tip from2
    • tip artichokes2
  7. mark with a tip2
    • tip the arrow with the small stone2
  8. give insider information or advise to2
    • He tipped off the police about the terrorist plot2
  9. strike lightly2
  10. walk on one's toes2
  11. to incline or bend from a vertical position2
  12. cause to tilt2
    • tip the screen upward2
  13. cause to topple or tumble by pushing2
  14. give a tip or gratuity to in return for a service, beyond the compensation agreed on2
    • Remember to tip the waiter2
  15. A type of note that helps users apply the techniques and procedures described in the text to their specific needs. A tip suggests alternative methods that may not be obvious and helps users understand the benefits and capabilities of the product. A tip is not essential to the basic understanding of the text.1

Wiktionary Translations for tip:

tip
noun
  1. extreme end of something
  2. area or place for dumping something, such as rubbish or refuse, as from a mine; a heap
  3. small amount of money left for a servant as a token of appreciation
  4. piece of private information
verb
  1. inform police or investigators of a potential clue
tip
noun
  1. het voorste deel van een voorwerp

Cross Translation:
FromToVia
tip aanwijzing Hinweis — die Handlung, jemanden auf etwas aufmerksam zu machen
tip aanwijzing Hinweis — etwas, das jemanden auf etwas aufmerksam macht
tip tikkertje Kriegen — ein Kinderspiel, bei dem der Fänger andere Mitspieler durch eine Berührung fassen muss
tip piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; besluit; eind; einde; voleinding; beëindiging; end boutpartie extrême d’une chose.
tip piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; hoogtepunt; toppunt cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.
tip buigen; doen overhellen; neigen; geneigd zijn; geneigd zijn tot inclinermettre dans une situation oblique, par rapport au plan de l’horizon.
tip aflopen; buigen; hellen; overhellen; zich bukken pencher — Incliner (sens général)
tip piek; topje; neus; punt; hoogtepunt; spits; tip; top pointeextrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être.
tip fooi; douceurtje; drinkgeld pourboireappoint que l’on donner comme gratification à celui qui toucher une note, qui apporter un paquet, qui rendre un service quelconque.
tip storten; strooien; gieten; plengen; schenken; vergieten verser — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for tip