Summary
Dutch to English: more detail...
- tentoonstelling:
-
Wiktionary:
- tentoonstelling → exhibition, exposition, exhibit, show
- tentoonstelling → exposition, exhibition, show
Dutch
Detailed Translations for tentoonstelling from Dutch to English
tentoonstelling:
-
de tentoonstelling (expositie)
Translation Matrix for tentoonstelling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
exhibition | expositie; tentoonstelling | happening; opvoering; parade; performance; show; staatsie; uitstalling; vertoning; voorstelling |
exposition | expositie; tentoonstelling | happening; performance; show; uitstalling; voorstelling |
show | expositie; tentoonstelling | demonstratie; happening; laten zien; opvoering; parade; performance; show; staatsie; toneelavond; uiterlijk vertoon; uitstalling; vertoning; voorstelling |
Verb | Related Translations | Other Translations |
show | aanduiden; aangeven; attenderen; etaleren; exposeren; getuigen van; iets aanwijzen; indiceren; laten blijken; laten zien; openbaren; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voordedaghalen; wijzen; wijzen naar; zich uiten |
Related Words for "tentoonstelling":
Synonyms for "tentoonstelling":
Related Definitions for "tentoonstelling":
Wiktionary Translations for tentoonstelling:
tentoonstelling
Cross Translation:
noun
tentoonstelling
-
een uitstalling van voorwerpen om door het grote publiek bekeken te worden
- tentoonstelling → exhibition; exposition
noun
-
action of putting something out to public view
-
large scale public showing of objects or products
-
public showing
-
exhibition
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tentoonstelling | → exposition; exhibition | ↔ Ausstellung — eine Veranstaltung, bei der besonders interessante, sehenswerte oder neue Objekte dem Publikum gezeigt werden |
• tentoonstelling | → exposition; show | ↔ Exposition — Veranstaltung, um bestimmte Dinge einem Publikum bekannt zu machen |
• tentoonstelling | → exposition | ↔ exposition — Mise en vue d’une chose ou état de la chose ainsi exposée. |