Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stangen:
  2. stang:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stangen from Dutch to English

stangen:

stangen verb

  1. stangen (sarren; uitdagen; pesten; )
    to nag
    • nag verb (nags, nagged, nagging)

Translation Matrix for stangen:

NounRelated TranslationsOther Translations
nag geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
VerbRelated TranslationsOther Translations
nag jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken aandringen; chicaneren; doordrammen; doordrukken; drammen; dwarszitten; etteren; griepen; harrewarren; klagen; kleinzielig gedragen; klieren; op zijn hart hebben; zeiken; zeuren

Related Words for "stangen":


Wiktionary Translations for stangen:

stangen
verb
  1. to tease in order to provoke

stangen form of stang:

stang [de ~] noun

  1. de stang (staaf; baton; stok; staf)
    the truncheon; the stave; the stick; the rod; the bar; the baton; the cane; the club

Translation Matrix for stang:

NounRelated TranslationsOther Translations
bar baton; staaf; staf; stang; stok bar; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; dwarsbalk; dwarshout; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kroeg; kruishout; lokaliteit; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spijl; spon; staaf; stijl; tablet; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; tralie; versperring
baton baton; staaf; staf; stang; stok bâton; dirigeerstaf; gummiknuppel; gummistok; wapenstok
cane baton; staaf; staf; stang; stok oeverriet; om te slaan; riet; rietje; rietstengel; rotan; rotting; rottinkje
club baton; staaf; staf; stang; stok ambachtsgilde; bond; club; gezelschap; gilde; golfstick; gummiknuppel; orde; organisatie; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
rod baton; staaf; staf; stang; stok lid; lul; penis; piemel; pik; roede; tuchtroede
stave baton; staaf; staf; stang; stok notenbalk
stick baton; staaf; staf; stang; stok hakhout; hockeystick; knoet; knuppel; loot; phylum; pook; schacht; slaghout; stam; takje; twijg; versnellingshandel
truncheon baton; staaf; staf; stang; stok gummistok
VerbRelated TranslationsOther Translations
bar afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren
stick aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
baton knoet; knuppel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cane rieten

Related Words for "stang":


Related Definitions for "stang":

  1. lange dunne staaf van metaal1
    • het kind zat op de stang van zijn vaders fiets1

Wiktionary Translations for stang:

stang
noun
  1. meestal metalen voorwerp in de vorm van een lange stijve cilinder
stang
noun
  1. metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
  2. solid object with uniform cross-section

Cross Translation:
FromToVia
stang bar; pole; rod; handle; shaft; staff; stake; stave; spar barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
stang stick; rod; staff; stave; spar; baton; cane bâton — Morceau de bois assez long
stang fishing rod; pole; bar; handle; shaft; staff; stake; stave; spar gaule — Grande perche.

External Machine Translations:


English

Detailed Translations for stangen from English to Dutch

stangen: (*Using Word and Sentence Splitter)

External Machine Translations: