Summary
Dutch to English: more detail...
- basis:
-
Wiktionary:
- basis → basis, foundation, basic, base
- basis → basic
English to Dutch: more detail...
- basis:
- Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for basis from Dutch to English
basis:
-
basis (elementair)
-
de basis (grondbeginsel; principe; uitgangspunt; grondslag; fundament; grondstelling; basisbeginsel; beginsel; hoeksteen; grondbegrip; grondregel)
the principle; the initial concept; the fundamental idea; the basis; the basic thought; the basic rule; the rule of life -
de basis (uitgangspunt; principe; vertrekpunt; grondgedachte; veronderstelling; grondslag; uitgangsvorm; grondstelling; fundament; fundering; beginsel; grondlijn; basislijn)
the basic assumption; the starting point; the basic principle; the basis; the principle; the motivation; the point of departure -
de basis (uitgangspunt; vertrekpunt; grondgedachte; grond; principe; grondslag; fundament; beginsel; grondstelling)
Translation Matrix for basis:
Related Words for "basis":
Synonyms for "basis":
Related Definitions for "basis":
Wiktionary Translations for basis:
basis
noun
basis
-
grondslag
- basis → basis
-
fundament
- basis → foundation
noun
-
linearly independent set of vectors
-
underlying condition
-
starting point for an argument
-
elementary building block
-
lower, horizontal line in a triangle or the horizontal plane of a 3D object
-
headquarters
-
permanent structure for housing a military
-
starting point
- base → basis; vertrekpunt
-
foundation
-
necessary, essential for life or some process
- basic → elementair; basis
Related Translations for basis
English
Detailed Translations for basis from English to Dutch
basis:
-
the basis
-
the basis (basic thought; principle; initial concept; fundamental idea; basic rule; rule of life)
het principe; het uitgangspunt; de basis; de grondslag; het fundament; de grondstelling; het basisbeginsel; het beginsel; de hoeksteen; het grondbeginsel; het grondbegrip; de grondregel -
the basis (starting point; basic assumption; basic principle; principle; motivation; point of departure)
het uitgangspunt; het principe; het vertrekpunt; de basis; de grondgedachte; de veronderstelling; de grondslag; uitgangsvorm; de grondstelling; het fundament; de fundering; het beginsel; de grondlijn; basislijn -
the basis (basic assumption; starting point; basic principle; fundamental idea)
het uitgangspunt; het vertrekpunt; de grondgedachte; de basis; de grond; het principe; de grondslag; het fundament; het beginsel; de grondstelling