Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aantippen:


Dutch

Detailed Translations for aantippen from Dutch to English

aantippen:

aantippen verb

  1. aantippen (aanstippen; tippen)
    to tick; to tick off
    – put a check mark on or near or next to 1
    • tick verb (ticks, ticked, ticking)
    • tick off verb (ticks off, ticked off, ticking off)
      • tick off the items1

Translation Matrix for aantippen:

NounRelated TranslationsOther Translations
tick getik; het tikken van de klok; klokgetik; teek
VerbRelated TranslationsOther Translations
tick aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanroeren; aanstippen; even aanraken; merken
tick off aanstippen; aantippen; tippen aanstrepen; afvinken; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken; vinken