Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aanzoeker:


Dutch

Detailed Translations for aanzoeker from Dutch to English

aanzoeker:

aanzoeker [znw.] noun

  1. aanzoeker
    the applicant

Translation Matrix for aanzoeker:

NounRelated TranslationsOther Translations
applicant aanzoeker aanvraagster; aanvrager; aspirant; aspirante; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat; kandidate; reflectant; rekwestrant; verzoeker; verzoekster; vraagster