Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. africhting:


Dutch

Detailed Translations for africhting from Dutch to English

africhting:

africhting [de ~ (v)] noun

  1. de africhting (africhten)
    the breaking in; the training

Translation Matrix for africhting:

NounRelated TranslationsOther Translations
breaking in africhten; africhting
training africhten; africhting artsenpraktijk; bekwaming; dresseren; dressuur; kundig maken; oefening; opleiding; praktijk; scholing; schoolopleiding; spierwerking; training; vaardigheidsoefening; vorming