Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afsluitend:


Dutch

Detailed Translations for afsluitend from Dutch to English

afsluitend:

afsluitend adj

  1. afsluitend (concluderend)
  2. afsluitend (verstoppend; stoppend)

Translation Matrix for afsluitend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
concluding afsluitend; concluderend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
plugging up afsluitend; stoppend; verstoppend
stopping up afsluitend; stoppend; verstoppend