Verb | Related Translations | Other Translations |
head for
|
aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
|
aansturen; aflopen; afstevenen; koers zetten naar; stevenen; vervoegen; zich begeven naar
|
make for
|
aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
|
aanpassen; aflopen; bedoelen; beogen; geschikt maken; koers zetten naar; stevenen; ten doel hebben; vervoegen; zich begeven naar
|
sail
|
aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
|
afreizen; afvaren; bevaren; bezeilen; heengaan; navigeren; uitvaren; van wal gaan; varen; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; zeilen
|
steer for
|
aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
|
stevenen
|