Dutch
Detailed Translations for arbeidsplaats from Dutch to English
arbeidsplaats:
Translation Matrix for arbeidsplaats:
Noun | Related Translations | Other Translations |
job | arbeidsplaats | aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; installatie; job; karweitje; klusje; positie; taak; vak; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid |
Related Words for "arbeidsplaats":
Wiktionary Translations for arbeidsplaats:
arbeidsplaats
noun
-
place where one is employed