Dutch
Detailed Translations for bijgesloten from Dutch to English
bijgesloten:
-
bijgesloten (bijgevoegd; bijgaand)
-
bijgesloten (bijbehorend)
Translation Matrix for bijgesloten:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
accompanying | bijbehorend; bijgesloten | begeleidend |
attached | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangevoegd; aanhankelijk; gehecht; gekoppeld; vastzittend; verbonden; verkleefd; verknocht |
corresponding | bijbehorend; bijgesloten | congruent |
enclosed | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | bij deze; hierbij; hiermee; ingesloten; inliggend; met dit; omsingeld |
matching | bijbehorend; bijgesloten | bij elkaar horend; congruent |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
annexed | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | bij deze; hierbij; hiermee; met dit |
appended | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | |
with this | bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd | bij deze; hier mee; hierbij; hiermee; met dit |
Wiktionary Translations for bijgesloten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijgesloten | → attach | ↔ beilegen — zu etwas hinzufügen |