Dutch
Detailed Translations for bijtijds from Dutch to English
bijtijds:
Translation Matrix for bijtijds:
Noun | Related Translations | Other Translations |
prompt | ezelsbrug; geheugensteun; geheugensteuntje; prompt | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
prompt | aandrijven; aansporen; inboezemen; influisteren; ingeven; inspireren; naar voren brengen; opkrikken; opperen; opwekken; prikkelen; souffleren; stimuleren; suggereren; toefluisteren; voorzeggen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
prompt | bijtijds; op tijd; stipt; tijdig | direct; gauw; gezwind |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
in good time | bijtijds; op tijd; stipt; tijdig | |
in time | bijtijds; op tijd; stipt; tijdig | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
timely | bijtijds; op tijd; stipt; tijdig | vroeg; vroegtijdig |