Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bullebijter:


Dutch

Detailed Translations for bullebijter from Dutch to English

bullebijter:

bullebijter [de ~ (m)] noun

  1. de bullebijter (bullebak)
    the bully; the pester

Translation Matrix for bullebijter:

NounRelated TranslationsOther Translations
bully bullebak; bullebijter despoot; kwelduivel; overheerser; pestkop; plaaggeest; tiran; treiteraar
pester bullebak; bullebijter
VerbRelated TranslationsOther Translations
bully intimideren; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; ringeloren; sarren; tarten; tergen; terroriseren; tiranniseren; treiteren; vrees aanjagen
pester chicaneren; dwarszitten; kleinzielig gedragen; koeioneren; kwellen; narren; op zijn hart hebben; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; wegpesten