Dutch

Detailed Translations for certificaten from Dutch to English

certificaten:

certificaten [de ~] noun, plural

  1. de certificaten (stukken; aktes; documenten)
    the certificates; the acts

Translation Matrix for certificaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
acts aktes; certificaten; documenten; stukken wetten
certificates aktes; certificaten; documenten; stukken attesten; getuigschriften

Related Words for "certificaten":


certificaten form of certificaat:

certificaat [het ~] noun

  1. het certificaat (oorkonde; diploma; charter)
    the diploma; the certificate; the certificate of qualification; the license; the brevet; the declaration; the charter; the licence
  2. het certificaat (digitaal certificaat; beveiligingscertificaat)
    the certificate; the digital certificate; the security certificate
    – A digital document that is commonly used for authentication and to help secure information on a network. A certificate binds a public key to an entity that holds the corresponding private key. Certificates are digitally signed by the certification authority that issues them, and they can be issued for a user, a computer, or a service. 1
  3. het certificaat
    the award certificate
    – A document presented to an individual or team in formal recognition of their effort or achievement. 1

Translation Matrix for certificaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
award certificate certificaat
brevet certificaat; charter; diploma; oorkonde brevet; licentie
certificate beveiligingscertificaat; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; oorkonde acte; akte; attest; bewijs; bewijsstuk; brevet; briefje; bul; diploma; getuigschrift; licentie; referentie; universiteitsdiploma
certificate of qualification certificaat; charter; diploma; oorkonde bul; universiteitsdiploma
charter certificaat; charter; diploma; oorkonde aanwijzing; acte; akte; bewijsstuk; gildebrief; handvest; richtlijn; statuut
declaration certificaat; charter; diploma; oorkonde aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; declaratie; definiëring; kennisgeving; mededeling; melding; meningsuiting; omissie; omschrijving; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uitlating; verklaring; verkondiging; weglating
digital certificate beveiligingscertificaat; certificaat; digitaal certificaat
diploma certificaat; charter; diploma; oorkonde bul; diploma; universiteitsdiploma
licence certificaat; charter; diploma; oorkonde autorisatie; brevet; fiat; licentie; machtiging; rijbewijs; toestemming; vergunning; vergunningsrecht; volmacht; vrijbrief; vrijgeleide
license certificaat; charter; diploma; oorkonde autorisatie; brevet; fiat; licentie; machtiging; rijbewijs; toestemming; vergunning; vergunningsrecht; volmacht; vrijbrief; vrijgeleide
security certificate beveiligingscertificaat; certificaat; digitaal certificaat
VerbRelated TranslationsOther Translations
charter afhuren; charteren; huren

Related Words for "certificaat":


Wiktionary Translations for certificaat:

certificaat
noun
  1. een schriftelijk bewijs
certificaat
noun
  1. a document containing a certified statement
  2. section of an official paper

Cross Translation:
FromToVia
certificaat certificate AttestMedizin: eine ärztliche Bescheinigung oder ein Gesundheitszeugnis
certificaat certificate certificatécrit faire foi de quelque chose.
certificaat witness; character; mark; sign; proof; token; evidence; certificate; testimony; certification; reference; deposition témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.