Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dienstbetrekking:


Dutch

Detailed Translations for dienstbetrekking from Dutch to English

dienstbetrekking:

dienstbetrekking [de ~ (v)] noun

  1. de dienstbetrekking (positie; functie; baan; job)
    the position; the function; the job; the installment; the instalment
    the post
    – a job in an organization 1
    • post [the ~] noun
      • he occupied a post in the treasury1

Translation Matrix for dienstbetrekking:

NounRelated TranslationsOther Translations
function baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambt; betrekking; eigenschap; functie; functionaliteit; hoedanigheid; werkzaamheid
installment baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
instalment baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
job baan; dienstbetrekking; functie; job; positie aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; functie; inspanning; installatie; karweitje; klusje; taak; vak; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid
position baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambt; arrangement; betrekking; bewering; functie; gesteldheid; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; indeling; invalshoek; klasse; ligging; maatschappelijke klasse; oogpunt; opstelling; orde; ordening; perspectief; positie; rang; rangschikking; schikking; slag; staat; stand; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand; zienswijs
post baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambt; bericht; betrekking; functie; gebrachte brieven; mast; paal; pijler; pilaar; post; standoord; wachtpost
VerbRelated TranslationsOther Translations
function functioneren; uit werken gaan; werkzaam zijn
position plaatsen; positioneren; zetten
post boeken; op de bus doen; plaatsen; posten; situeren; zich afspelen

Related Words for "dienstbetrekking":

  • dienstbetrekkingen