Dutch
Detailed Translations for doen ophouden from Dutch to English
doen ophouden:
-
doen ophouden (onderbreken; afbreken)
Translation Matrix for doen ophouden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hamper | korf; mand | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
hamper | afbreken; doen ophouden; onderbreken | doen mislukken; een stokje steken voor; hinderen; obstructie plegen; onmogelijk maken; storen; verhinderen; verijdelen |
hinder | afbreken; doen ophouden; onderbreken | bemoeilijken; doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; hinderen; moeilijk maken; moeilijker maken; obstructie plegen; onmogelijk maken; storen; tegenwerken; verhinderen; verijdelen; zwaarder maken |
impede | afbreken; doen ophouden; onderbreken | belemmeren; beletten; hinderen; obstructie plegen; onmogelijk maken; storen; verhinderen |
obstruct | afbreken; doen ophouden; onderbreken | afhouden; barricaderen; belemmeren; beletten; blokkeren; doen mislukken; een stokje steken voor; ervanaf houden; obstructie plegen; stremmen; verhinderen; verijdelen; versperren; voorkomen; voorkómen; weerhouden |
stonewall | afbreken; doen ophouden; onderbreken | obstructie plegen |