Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dolletjes:


Dutch

Detailed Translations for dolletjes from Dutch to English

dolletjes:

dolletjes adv

  1. dolletjes (enig)

Translation Matrix for dolletjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
wild wild; wildernis; woestenij
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fabulous dolletjes; enig fabelachtig; fabuleus; fameus; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; legendarisch; puik
fantastic dolletjes; enig fabelachtig; fantastisch; fantastische; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; mieters; puik; reuze; schitterend; te gek; tof; waanzinnig; wijs
great dolletjes; enig aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; betoverend; briljant; enorm; excellent; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; flink; fors; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; kiplekker; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; puik; reuze; schitterend; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
marvellous dolletjes; enig betoverend; curieus; fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; reuze; schitterend; te gek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; waanzinnig; wijs; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
marvelous dolletjes; enig betoverend; curieus; fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; reuze; schitterend; te gek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; waanzinnig; wijs; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
wild dolletjes; enig bandeloos; blindelings; in het wilde weg; kokend; lukraak; ongetemd; ruig; ruw; verwilderd; wild; woest; ziedend
wonderful dolletjes; enig beeldschoon; betoverend; bewonderenswaardig; curieus; fenomenaal; glorierijk; heerlijk; kiplekker; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; miraculeus; opzienbarend; prachtig; prima; riant; schitterend; uitstekend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; voortreffelijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; wonderschoon

External Machine Translations: