Summary
Dutch to English: more detail...
- donder:
- donderen:
-
Wiktionary:
- donder → thunder
- donder → thunder
- donderen → thunder, thunder away, bluster, tumble, come crashing down, boom
- donderen → thunder
Dutch
Detailed Translations for donder from Dutch to English
donder:
Translation Matrix for donder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
thunder | donder | donderslagen; gedonder |
Verb | Related Translations | Other Translations |
thunder | daveren; denderen; donderen; dreunen; flitsen; fulmineren; lichten; onweren; oplichten; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; woeden |
Related Words for "donder":
Wiktionary Translations for donder:
donder
Cross Translation:
noun
donder
-
een zeer luid geluid bij onweer
- donder → thunder
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• donder | → thunder | ↔ Donner — ein krachendes, mahlendes, grollendes oder rollendes Geräusch, das von einem Blitz während eines Gewitters erzeugt wird |
• donder | → thunder | ↔ tonnerre — météorologie|fr bruit de la foudre. |
donder form of donderen:
-
donderen (onweren)
-
donderen (uit de slof schieten; tekeergaan; uitvaren)
go off the deep end; to rage; to rave; to to be furious; to storm; to thunder-
go off the deep end verb
-
Conjugations for donderen:
o.t.t.
- donder
- dondert
- dondert
- donderen
- donderen
- donderen
o.v.t.
- donderde
- donderde
- donderde
- donderden
- donderden
- donderden
v.t.t.
- heb gedonderd
- hebt gedonderd
- heeft gedonderd
- hebben gedonderd
- hebben gedonderd
- hebben gedonderd
v.v.t.
- had gedonderd
- had gedonderd
- had gedonderd
- hadden gedonderd
- hadden gedonderd
- hadden gedonderd
o.t.t.t.
- zal donderen
- zult donderen
- zal donderen
- zullen donderen
- zullen donderen
- zullen donderen
o.v.t.t.
- zou donderen
- zou donderen
- zou donderen
- zouden donderen
- zouden donderen
- zouden donderen
en verder
- ben gedonderd
- bent gedonderd
- is gedonderd
- zijn gedonderd
- zijn gedonderd
- zijn gedonderd
diversen
- donder!
- dondert!
- gedonderd
- donderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
donderen
the thundering
Translation Matrix for donderen:
Related Words for "donderen":
Wiktionary Translations for donderen:
donderen
Cross Translation:
verb
donderen
-
het weerklinken van luid gerommel ten gevolge van bliksemontlading.
- donderen → thunder
-
op luide en barse toon een bevel geven of zijn ongenoegen uiten.
- donderen → thunder; thunder away; bluster
-
met veel lawaai ergens afvallen.
- donderen → tumble; come crashing down
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• donderen | → thunder | ↔ tonner — Faire éclater le tonnerre. |