Dutch

Detailed Translations for dwarsheid from Dutch to English

dwarsheid:

dwarsheid [de ~ (v)] noun

  1. de dwarsheid
    the intractableness; the pig-headedness

Translation Matrix for dwarsheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
intractableness dwarsheid
pig-headedness dwarsheid

Related Words for "dwarsheid":


dwars:


Translation Matrix for dwars:

NounRelated TranslationsOther Translations
cross-grained dwarsdrijver; dwarskop; dwarsligger
crossways aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing
leaning leunen
recalcitrant weigeraar
skew asymmetrisch; scheef
slanting flauw hellend aflopend; glooien
sloping flauw hellend aflopend; glooien
tough woesteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
skew loensen; scheeftrekken
tedious etteren; vervelend doen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
boring bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; stom; stomvervelend; suf; taai; vervelend; zonder afleiding
crooked dwars; scheef; schuin gebogen; gekromd; krom; scheefgegroeid
cross-grained bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
dull bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; beslagen; bleekrood; bot; breinloos; daas; dof; dom; duf; eentonig; ellendig; flets; geestdodend; geesteloos; glansloos; grauw; hersenloos; idioot; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mat; melig; mistroostig; monotoon; niet helder; niet uitbundig; onbenullig; ongeanimeerd; onnozel; onscherp; onverstandig; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; somber; stijlloos; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; triest; troosteloos; vaalrood; verstandeloos; versuft; vervelend; vreugdeloos; zonder afleiding; zouteloos
grumpy bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; mopperig; nors; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
headstrong bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
heady bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
leaning dwars; scheef; schuin hellend; schuin aflopend; steil
leathery bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig lederachtig; leerachtig
lopsided dwars; scheef; schuin hellend; schuin aflopend; steil
mindless bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig daas; dof; dom; geesteloos; langdradig; mat; nutteloos; onverstandig; onzinnig; saai; soezerig; stom; suf; taai; versuft; zinloos; zonder afleiding
oblique dwars; scheef; schuin hellend; schuin aflopend; steil
obstinate bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
persevering bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aanhoudend; hardnekkig; voortdurend
persistent bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; steeds; telkens; uithoudend; vasthoudend; verdragend; volhardend; voortdurend
rebellious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig baanbrekend; oproerig; opstandig; rebels; recalcitrant; revolutionair; stijfhoofdig
recalcitrant bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig bokkig; haatdragend; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; verbeten
refractory bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
skew dwars; scheef; schuin
slanting dwars; scheef; schuin hellend; schuin aflopend; steil
sloping dwars; scheef; schuin afhellend; aflopend; flauw hellend; glooiend; hellend; schuin aflopend; steil
stern bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; gestreng; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt; niet toegevend; onbuigzaam; onverzettelijk; star; stijfkoppig; strak; streng; stug; taai; verstard
stubborn bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; weerbarstig
stupefied bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig daas; dof; geesteloos; mat; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verdoofd; verstomd; versuft; verwonderd
sullen bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; grimmig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; stuurs; verbeten; wrevelig
surly bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig aangebrand; bokkig; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; stuurs; wrevelig
tacky bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig rubberachtig
tedious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig afgezaagd; breedsprakig; breedvoerig; eentonig; langdradig; monotoon; omslachtig; omstandig; saai; slaapverwekkend; suf; taai; uitgebreid; uitvoerig; vervelend; wijdlopig; zonder afleiding
tenacious bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig volhoudend
tough bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig bezwaarlijk; doortastend; drastisch; ferm; flink; krachtdadig; krachtig; lastig; met bezwaren; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; pezig; sterk; stijfjes; stoer; zenig; zwaar
unrelenting bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar
unyielding bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig onbuigzaam; ontoegefelijk; onverbiddelijk; onvermurwbaar
viscous bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig rubberachtig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus
AdverbRelated TranslationsOther Translations
across dwars; kruiselings; overdwars tegenovergelegen; tegenoverliggend
crossways dwars; kruiselings; overdwars
ModifierRelated TranslationsOther Translations
crosswise dwars; kruiselings; overdwars
pig-headed bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers

Related Words for "dwars":


Wiktionary Translations for dwars:

dwars
adjective
  1. persons
  2. ill-tempered, cranky, surly, crabby

Cross Translation:
FromToVia
dwars lying quer — querformatig, liegend, waagerecht, horizontal
dwars through quer — schräg, von der einen zur anderen Seite
dwars oblique; aslant schräg — von einer geraden (horizontalen oder vertikalen) Linie abweichend
dwars balky störrisch — sich einer Aufgabe, einem Befehl oder einer Zielvorgabe verweigern oder ihr starken Widerstand bieten