Summary
Dutch
Detailed Translations for gekwalificeerd from Dutch to English
gekwalificeerd:
-
gekwalificeerd (gediplomeerd)
Translation Matrix for gekwalificeerd:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
certified | gediplomeerd; gekwalificeerd | |
competent | gediplomeerd; gekwalificeerd | bekwaam; bevoegd; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; rechtsbevoegd; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig |
qualified | gediplomeerd; gekwalificeerd | bekwaam; capabel; competent; geschikt |
skilled | gediplomeerd; gekwalificeerd | bedreven; bekwaam; bevoegd; capabel; competent; geleerd; geoefend; geschikt; geschoold; onderwezen |
gekwalificeerd form of kwalificeren:
-
kwalificeren
Conjugations for kwalificeren:
o.t.t.
- kwalificeer
- kwalificeert
- kwalificeert
- kwalificeren
- kwalificeren
- kwalificeren
o.v.t.
- kwalificeerde
- kwalificeerde
- kwalificeerde
- kwalificeerden
- kwalificeerden
- kwalificeerden
v.t.t.
- ben gekwalificeerd
- bent gekwalificeerd
- is gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
v.v.t.
- was gekwalificeerd
- was gekwalificeerd
- was gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
- waren gekwalificeerd
o.t.t.t.
- zal kwalificeren
- zult kwalificeren
- zal kwalificeren
- zullen kwalificeren
- zullen kwalificeren
- zullen kwalificeren
o.v.t.t.
- zou kwalificeren
- zou kwalificeren
- zou kwalificeren
- zouden kwalificeren
- zouden kwalificeren
- zouden kwalificeren
en verder
- heb gekwalificeerd
- hebt gekwalificeerd
- is gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
- zijn gekwalificeerd
diversen
- kwalificeer!
- kwalificeert!
- gekwalificeerd
- kwalificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kwalificeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
qualify | kwalificeren | leren; onderwijzen; zich kwalificeren voor; zich plaatsen |
Wiktionary Translations for kwalificeren:
kwalificeren
verb
-
voldoen aan de voorwaarden om ergens aan mee te kunnen doen
- kwalificeren → qualify