| Noun | Related Translations | Other Translations |
|
file
|
gelid; rij; rij manschappen
|
bestand; colonne; dossier; file; hoofdboek; klapper; legger; map; opbergmap; ordner; rij; vijl
|
|
joint
|
gelid; rij manschappen
|
draai; geleding; gewricht; gewrichtsknobbel; kink; knoop; kronkel; las; lasnaad; lus; lusvormige kromming; stickie; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; welnaad
|
|
line
|
gelid; rij
|
aansluiting; afzetlint; colonne; connectie; contact; file; koord; kordon; lijn; lijntje; linie; lint; politielint; regel; rij; schriftlijn; streep; streepje; verbinding
|
|
order of rank
|
gelid; rang; rangorde
|
hiërarchie; rang; rangorde; volgorde
|
|
rank
|
gelid; rang; rangorde; rij; rij manschappen
|
aanzien; achting; hiërarchie; niveau; rang; rangorde; volgorde
|
|
row
|
gelid; rij
|
aaneenschakeling; botsing; colonne; conflict; cyclus; dispuut; file; keten; ketting; meningsverschil; onenigheid; record; reeks; rij; rijtje; roeitochtje; ruzie; serie; snoer; stennis; twist; woordenwisseling
|
| Verb | Related Translations | Other Translations |
|
file
|
|
archiveren; bewaren; opbergen; opslaan; vijlen
|
|
line
|
|
belijnen; lijnen; liniëren; strepen; strepen trekken; van lijnen voorzien
|
|
rank
|
|
classificeren; in het gelid stellen; rangschikken
|
|
row
|
|
roeien
|
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
|
joint
|
|
aaneengesloten; algemeen; een eenheid vormend; gemeenschappelijk; meer personen betreffend; samenhangend; verbonden; verenigd
|
|
rank
|
|
godgeklaagd; hemeltergend; ranzig; schandaleus; ten hemel schreiend; zeer ergerlijk
|