Noun | Related Translations | Other Translations |
race
|
|
hardloopwedstrijd; hardloperij; loop; race; stam; volksstam; wedloop; wedloop van hardlopers; wedren
|
run
|
|
aanval; attaque; bestorming; hardloopwedstrijd; ladder; ladder in kous; loop; offensief; run; runs; stormaanval; stormloop; stormlopen
|
rush
|
|
aanval; attaque; bestorming; drukte; gedrang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; offensief; overijling; run; runs; spoed; stormaanval; stormloop; stormlopen; temperament; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed; vurigheid
|
scamper
|
|
draf; galop; gang van een paard; snelle gang
|
sprint
|
|
ren over korte afstand; sprint; spurt
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
race
|
draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
|
hardlopen; hardrijden; hollen; motorracen; racen; rennen; sjezen; snel gaan
|
run
|
draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
|
administreren; beheren; besturen; gaan; gulpen; gutsen; hardlopen; hollen; in elkaar overlopen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; ladderen; lopen; racen; rennen; stromen; vervagen; vervloeien; vloeien; zich begeven
|
rush
|
draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
|
haasten; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opjagen; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stormlopen; tempo maken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
|
scamper
|
draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
|
hollen; racen; rennen
|
sprint
|
draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten
|
hardlopen; rennen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
rush
|
|
rieten
|