Dutch
Detailed Translations for hoger worden from Dutch to English
hoger worden:
Conjugations for hoger worden:
o.t.t.
- word hoger
- wordt hoger
- wordt hoger
- worden hoger
- worden hoger
- worden hoger
o.v.t.
- werd hoger
- werd hoger
- werd hoger
- werden hoger
- werden hoger
- werden hoger
v.t.t.
- ben hoger geworden
- bent hoger geworden
- is hoger geworden
- zijn hoger geworden
- zijn hoger geworden
- zijn hoger geworden
v.v.t.
- was hoger geworden
- was hoger geworden
- was hoger geworden
- waren hoger geworden
- waren hoger geworden
- waren hoger geworden
o.t.t.t.
- zal hoger worden
- zult hoger worden
- zal hoger worden
- zullen hoger worden
- zullen hoger worden
- zullen hoger worden
o.v.t.t.
- zou hoger worden
- zou hoger worden
- zou hoger worden
- zouden hoger worden
- zouden hoger worden
- zouden hoger worden
diversen
- word hoger!
- wordt hoger!
- hoger geworden
- hoger wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze