Noun | Related Translations | Other Translations |
leading
|
|
aanvoeren; aanvoering; besturen; interlinie; leiding; leidinggeven; regelafstand; voorgaan
|
prominent
|
|
belangrijkste; belangrijkste punt; hoofdpunt; hoofdzaak; voornaamste
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
eminent
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanzienlijk; deftig; fier; gedistingeerd; indrukwekkend; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk
|
high-ranking
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
|
leading
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanvoerend; dominant; eerste; gezaghebbend; leidend; maatgevend; toonaangevend; vooraan; vooraanstaande; voorin; voorop
|
prominent
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
aanzienlijk; deftig; eruitspringend; fier; gedistingeerd; indrukwekkend; invloedrijk; majestueus; naar voren staand; nobel; opvallend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; uitspringend; uitsteken; vooraanstaand; voornaam; vooruitspringend; vooruitstekend; vorstelijk
|
venerable
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
high-placed
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
|
high-seated
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
|
highly placed
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande
|
|
highranking
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
hoogverheven
|