Dutch
Detailed Translations for huiselijkheid from Dutch to English
huiselijkheid:
-
de huiselijkheid
Translation Matrix for huiselijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
domesticity | huiselijkheid | familieleven; gezinsleven |
homeliness | huiselijkheid |
Related Words for "huiselijkheid":
huiselijkheid form of huiselijk:
Translation Matrix for huiselijk:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cosy | gezellig; huiselijk; knus; knusjes | aangenaam; behaaglijk; gezellig; knus; onderhoudend; plezierig; sfeervol; sociabel |
cozy | gezellig; huiselijk; knus; knusjes | aangenaam; behaaglijk; gezellig; knus; onderhoudend; plezierig; sfeervol; sociabel |
snug | gezellig; huiselijk; knus; knusjes | aangenaam; behaaglijk; knus |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
cosily | gezellig; huiselijk; knus; knusjes | |
cozily | gezellig; huiselijk; knus; knusjes | |
snugly | gezellig; huiselijk; knus; knusjes |
Related Words for "huiselijk":
External Machine Translations: