Dutch
Detailed Translations for huispersoneel from Dutch to English
huispersoneel:
-
het huispersoneel
Translation Matrix for huispersoneel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
domestic help | huispersoneel | huishoudelijke hulp; hulppersoneel |
domestic staff | huispersoneel | huishoudelijke hulp |
servants | huispersoneel | bediening; besturing; bodes; dienaars; dienaressen; dienstboden; dienstbodes; employees; huishoudelijke hulp; meiden; onderdanen; werknemers |