Dutch
Detailed Translations for kaakje from Dutch to English
kaakje:
-
het kaakje (biscuitje; koekje; biscuit; koek)
-
het kaakje (kleine kaak; biskwietje)
Translation Matrix for kaakje:
Noun | Related Translations | Other Translations |
biscuit | biscuit; biscuitje; biskwietje; kaakje; kleine kaak; koek; koekje | |
cookie | biscuit; biscuitje; biskwietje; kaakje; kleine kaak; koek; koekje | cookie |
kind of biscuit | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | |
snap | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | koekje |
Verb | Related Translations | Other Translations |
snap | afbekken; afblaffen; afsnauwen; dichtbijten; een knippend geluid maken; exploderen; fladderen; happen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toebijten; toehappen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen; wapperen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
snap | attractief; elegant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; mooi; sierlijk; welgevallig |
Related Words for "kaakje":
kaak:
-
de kaak (schandpaal)
-
de kaak (scheepsbeschuit)
Translation Matrix for kaak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cucking-stool | kaak; schandpaal | |
hard tack | kaak; scheepsbeschuit | |
pillory | kaak; schandpaal | |
ship's biscuit | kaak; scheepsbeschuit |
Related Words for "kaak":
Related Definitions for "kaak":
Wiktionary Translations for kaak:
kaak
Cross Translation:
noun
kaak
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kaak | → cheek | ↔ joue — Partie du visage |
• kaak | → jaw; jawbone | ↔ mâchoire — chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser. |
• kaak | → pillory | ↔ pilori — roue, poteau ou pilier sur lequel on attachait un condamné pour l’exposer en public au mépris de tous. |