Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kortstondigheid:
  2. kortstondig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kortstondigheid from Dutch to English

kortstondigheid:

kortstondigheid [de ~ (v)] noun

  1. de kortstondigheid
    the brevity; the shortness

Translation Matrix for kortstondigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
brevity kortstondigheid beknoptheid; bondigheid; kortheid
shortness kortstondigheid kortheid

Related Words for "kortstondigheid":


kortstondig:


Translation Matrix for kortstondig:

NounRelated TranslationsOther Translations
fast onthouden; vasten
VerbRelated TranslationsOther Translations
brief inlichten; inseinen; onderrichten; voorlichten
fast abstineren; vasten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
brief haastig; kortstondig; terloops; vluchtig bondig; eindig; kort; samengevat; vergankelijk; voorbijgaand
cursory haastig; kortstondig; terloops; vluchtig eindig; vergankelijk; vluchtelings; voorbijgaand
provisional aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang geïmproviseerd; onder voorbehoud; tijdelijke
temporary aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang eindig; loco-; plaatsvervangend; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; vergankelijk; voorbijgaand; waarnemend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fast haastig; kortstondig; terloops; vluchtig abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; vlot; vlug

Related Words for "kortstondig":


Wiktionary Translations for kortstondig:

kortstondig
adjective
  1. momentary
  2. lasting for a short period of time
  3. of short duration
adverb
  1. briefly

Cross Translation:
FromToVia
kortstondig short; brief court — De petite longueur ou qui n’a pas la longueur moyenne des objets du même genre.