Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lichaamsdelen:
  2. lichaamsdeel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lichaamsdelen from Dutch to English

lichaamsdelen:

lichaamsdelen [de ~] noun, plural

  1. de lichaamsdelen (ledematen)
    the limbs; the member

Translation Matrix for lichaamsdelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
limbs ledematen; lichaamsdelen
member ledematen; lichaamsdelen dimensielid; lid; lidmaat

Related Words for "lichaamsdelen":


lichaamsdelen form of lichaamsdeel:

lichaamsdeel [de ~] noun

  1. de lichaamsdeel (ledemaat; lidmaat)
    the limb; the part of the body

Translation Matrix for lichaamsdeel:

NounRelated TranslationsOther Translations
limb ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat been; deelsoort; ledemaat; loot; tak; takje; twijg
part of the body ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat

Related Words for "lichaamsdeel":


Wiktionary Translations for lichaamsdeel:

lichaamsdeel
noun
  1. onderdeel van een lichaam
lichaamsdeel
noun
  1. anatomy: part of organism

Related Translations for lichaamsdelen