Noun | Related Translations | Other Translations |
manoeuver
|
kunstgreep; list; manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
|
|
manoeuvre
|
kunstgreep; list; manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
|
|
move
|
manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
|
schaakstukverplaatsing; zet
|
ruse
|
kunstgreep; list; manoeuvre
|
foef; truc; trucage
|
sham battle
|
manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
|
|
sham fight
|
manoeuvre; schijngevecht; schijnkamp; sciamachie; spiegelgevecht
|
|
trick
|
kunstgreep; list; manoeuvre
|
behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loer; maniertje; poets; slimheid; sluwe streek; streek; tochtje; toertje; trip; truc; trucage; uitje; uitstapje
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
manoeuver
|
|
manoeuvreren; marcheren
|
manoeuvre
|
|
manoeuvreren; marcheren
|
move
|
|
aangrijpen; beroeren; bewegen; disloqueren; gaan; iets verplaatsen; in beweging brengen; lopen; ontroeren; overplaatsen; raken; roeren; schuivend verplaatsen; standplaats veranderen; stappen; treffen; verhuizen; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschikken; verschuiven; vertillen; vervoeren; verzetten; voor zich uitschuiven; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zich voortbewegen
|
trick
|
|
afzetten; bedonderen; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; verneuken; voor de gek houden
|