Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. marchandering:


Dutch

Detailed Translations for marchandering from Dutch to English

marchandering:

marchandering [znw.] noun

  1. marchandering (onderhandeling)
    the bargain; the haggle; the chaffer

Translation Matrix for marchandering:

NounRelated TranslationsOther Translations
bargain marchandering; onderhandeling aanbieding; afpingelarij; deal; knibbelarij; koopje; speciale aanbieding; spotkoopje; transactie; zaak
chaffer marchandering; onderhandeling
haggle marchandering; onderhandeling
VerbRelated TranslationsOther Translations
bargain afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren
chaffer sjaggeren
haggle afdingen; afpingelen; beknibbelen; dingen; knibbelen; knijpen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; schrapen; sjacheren