Summary
Dutch to English: more detail...
- materiaal:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for materiaal:
- footage
Dutch
Detailed Translations for materiaal from Dutch to English
materiaal:
-
het materiaal (goedje; spul)
-
het materiaal (benodigdheid)
-
het materiaal (bouwstof; grondstof)
Translation Matrix for materiaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
building material | bouwstof; grondstof; materiaal | bouwmateriaal; bouwmaterialen; bouwstoffen |
material | benodigdheid; materiaal | stof; textiel; weefsel |
materials | benodigdheid; materiaal | benodigdheden; bouwmateriaal; bouwstoffen; materialen; materieel |
requirement | benodigdheid; materiaal | must; vereiste |
stuff | goedje; materiaal; spul | artikelen; bezittingen; bik; dingen; eigendommen; goedje; gruis; haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; koopwaar; macadam; materie; metselspecie; mortel; puin; split; spullen; steengruis; steenslag; stof; stuff; voorwerpen; waar; wiet; zaakjes; zaken |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stuff | ineen duwen; opzetten; proppen; stouwen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
material | cruciaal; elementair; essentieel; materieel; noodzakelijk; stoffelijk; vereist |
Related Words for "materiaal":
Related Definitions for "materiaal":
Wiktionary Translations for materiaal:
materiaal
Cross Translation:
noun
materiaal
-
een tastbare stof
- materiaal → material
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• materiaal | → material | ↔ Material — Technik: Sammelbegriff für Rohstoffe, Werkstoffe, Halbzeuge, Hilfsstoffe, Betriebsstoffe, Teile und Gruppen, aus denen etwas hergestellt wird |
• materiaal | → material; data; stuff | ↔ matériau — À trier |