Dutch
Detailed Translations for meevoel from Dutch to English
meevoelen:
-
meevoelen (meeleven)
Conjugations for meevoelen:
o.t.t.
- voel mee
- voelt mee
- voelt mee
- voelen mee
- voelen mee
- voelen mee
o.v.t.
- voelde mee
- voelde mee
- voelde mee
- voelden mee
- voelden mee
- voelden mee
v.t.t.
- heb meegevoeld
- hebt meegevoeld
- heeft meegevoeld
- hebben meegevoeld
- hebben meegevoeld
- hebben meegevoeld
v.v.t.
- had meegevoeld
- had meegevoeld
- had meegevoeld
- hadden meegevoeld
- hadden meegevoeld
- hadden meegevoeld
o.t.t.t.
- zal meevoelen
- zult meevoelen
- zal meevoelen
- zullen meevoelen
- zullen meevoelen
- zullen meevoelen
o.v.t.t.
- zou meevoelen
- zou meevoelen
- zou meevoelen
- zouden meevoelen
- zouden meevoelen
- zouden meevoelen
diversen
- voel mee!
- voelt mee!
- meegevoeld
- meevoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for meevoelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pity | deernis | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
commiserate | meeleven; meevoelen | condoleren; medeleven betuigen |
condole | meeleven; meevoelen | condoleren; medeleven betuigen |
feel with someone | meeleven; meevoelen | |
pity | meeleven; meevoelen | betreuren; jammer vinden |
sympathize with | meeleven; meevoelen | |
take pity | meeleven; meevoelen | ontfermen |