Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. messteek:


Dutch

Detailed Translations for messteek from Dutch to English

messteek:

messteek [de ~ (m)] noun

  1. de messteek (steek)
    the stab; the sting; the knife stab

Translation Matrix for messteek:

NounRelated TranslationsOther Translations
knife stab messteek; steek
stab messteek; steek
sting messteek; steek angel; doorn; gifangel; stekel; vishaak; weerhaak
VerbRelated TranslationsOther Translations
stab doodsteken; doorsteken; erdoor steken; neersteken; overhoop steken; overhoopsteken
sting aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snijden; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen

Related Words for "messteek":

  • messteken