Dutch
Detailed Translations for naïviteit from Dutch to English
naïviteit:
-
de naïviteit (goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit)
-
de naïviteit (onnozelheid; simpelheid; kinderlijkheid; naïveteit)
Translation Matrix for naïviteit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
credulity | goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit | |
foolishness | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | dwaasheid; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; malligheid; zotheid |
gullibility | goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit | |
inanity | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | idiotisme; waanzinnigheid |
naiveté | goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit | |
naïvete | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | |
silliness | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | gein; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret |