Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nieuwsgierigheid:
  2. nieuwsgierig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nieuwsgierigheid from Dutch to English

nieuwsgierigheid:

nieuwsgierigheid [de ~ (v)] noun

  1. de nieuwsgierigheid
    the curiosity; the inquisitiveness

Translation Matrix for nieuwsgierigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
curiosity nieuwsgierigheid bezienswaardigheid; curiositeit; rariteit; zeldzaam exemplaar; zeldzaamheid
inquisitiveness nieuwsgierigheid leergierigheid; weetgierigheid

Related Words for "nieuwsgierigheid":


Wiktionary Translations for nieuwsgierigheid:

nieuwsgierigheid
noun
  1. inquisitiveness; the tendency to ask questions, investigate, or explore

nieuwsgierigheid form of nieuwsgierig:

nieuwsgierig adj

  1. nieuwsgierig (benieuwd)

Translation Matrix for nieuwsgierig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
curious benieuwd; nieuwsgierig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling

Related Words for "nieuwsgierig":

  • nieuwsgierigheid, nieuwsgieriger, nieuwsgierigere, nieuwsgierigst, nieuwsgierigste, nieuwsgierige

Related Definitions for "nieuwsgierig":

  1. wie graag iets wil weten1
    • wat zit daarin? Je moet niet zo nieuwsgierig zijn!1

Wiktionary Translations for nieuwsgierig:

nieuwsgierig
adjective
  1. verlangend om iets te weten of waar te nemen
nieuwsgierig
adjective
  1. prying, inquisitive or curious in other’s affairs; tending to snoop or meddle
  2. eager to acquire knowledge
  3. inquisitive
  1. In an inquisitive manner

Cross Translation:
FromToVia
nieuwsgierig curious; inquisitive; agog; interesting; quaint curieux — Qui a le désir d’apprendre, de voir des choses nouvelles, intéressantes, rares, etc.