Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. noodlottigheid:
  2. noodlottig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for noodlottigheid from Dutch to English

noodlottigheid:

noodlottigheid [de ~ (v)] noun

  1. de noodlottigheid (rampzaligheid)
    the fatality
  2. de noodlottigheid
    the fatalness

Translation Matrix for noodlottigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fatality noodlottigheid; rampzaligheid
fatalness noodlottigheid

Related Words for "noodlottigheid":


noodlottigheid form of noodlottig:


Translation Matrix for noodlottig:

NounRelated TranslationsOther Translations
unfortunate ongelukkige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
calamitous heilloos; noodlottig; rampspoedig desastreus; zeer slecht
disastrous ellendig; fataal; fnuikend; funest; heilloos; noodlottig; ongelukkig; rampspoedig; rampzalig catastrofaal; desastreus; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; rampzalig; vol tegenslag; zeer slecht
fatal ellendig; funest; heilloos; noodlottig; ongelukkig; rampspoedig; rampzalig catastrofaal; desastreus; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; rampzalig; zeer slecht
ill-fated heilloos; noodlottig; rampspoedig huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend
terrible ellendig; funest; noodlottig; ongelukkig; rampzalig armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; geducht; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; in hoge mate; ontzettend; rampzalig; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; verschrikkelijk; vreselijk
unfortunate ellendig; funest; noodlottig; ongelukkig; rampzalig onfortuinlijk; ongelukkig; rampspoedig; vol tegenslag

Related Words for "noodlottig":


Synonyms for "noodlottig":


Related Definitions for "noodlottig":

  1. wat slecht afloopt1
    • het was een noodlottig ongeval1

Wiktionary Translations for noodlottig:

noodlottig
adjective
  1. momentous, significant, setting or sealing ones fate