Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omhoogkronkelen:


Dutch

Detailed Translations for omhoogkronkelen from Dutch to English

omhoogkronkelen:

omhoogkronkelen verb (kronkel omhoog, kronkelt omhoog, kronkelde omhoog, kronkelden omhoog, omhooggekronkeld)

  1. omhoogkronkelen
    wriggle up; to wind up; twist up

Conjugations for omhoogkronkelen:

o.t.t.
  1. kronkel omhoog
  2. kronkelt omhoog
  3. kronkelt omhoog
  4. kronkelen omhoog
  5. kronkelen omhoog
  6. kronkelen omhoog
o.v.t.
  1. kronkelde omhoog
  2. kronkelde omhoog
  3. kronkelde omhoog
  4. kronkelden omhoog
  5. kronkelden omhoog
  6. kronkelden omhoog
v.t.t.
  1. ben omhooggekronkeld
  2. bent omhooggekronkeld
  3. is omhooggekronkeld
  4. zijn omhooggekronkeld
  5. zijn omhooggekronkeld
  6. zijn omhooggekronkeld
v.v.t.
  1. was omhooggekronkeld
  2. was omhooggekronkeld
  3. was omhooggekronkeld
  4. waren omhooggekronkeld
  5. waren omhooggekronkeld
  6. waren omhooggekronkeld
o.t.t.t.
  1. zal omhoogkronkelen
  2. zult omhoogkronkelen
  3. zal omhoogkronkelen
  4. zullen omhoogkronkelen
  5. zullen omhoogkronkelen
  6. zullen omhoogkronkelen
o.v.t.t.
  1. zou omhoogkronkelen
  2. zou omhoogkronkelen
  3. zou omhoogkronkelen
  4. zouden omhoogkronkelen
  5. zouden omhoogkronkelen
  6. zouden omhoogkronkelen
diversen
  1. kronkel omhoog!
  2. kronkelt omhoog!
  3. omhooggekronkeld
  4. omhoogkronkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omhoogkronkelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
twist up omhoogkronkelen
wind up omhoogkronkelen afronden; beslissen; besluiten; completeren; haspelen; laatste gedeelte afmaken; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden
wriggle up omhoogkronkelen