Dutch
Detailed Translations for omverblazen from Dutch to English
omverblazen:
-
omverblazen
Conjugations for omverblazen:
o.t.t.
- blaas omver
- blaast omver
- blaast omver
- blazen omver
- blazen omver
- blazen omver
o.v.t.
- blaasde omver
- blaasde omver
- blaasde omver
- blaasden omver
- blaasden omver
- blaasden omver
v.t.t.
- heb omver geblazen
- hebt omver geblazen
- heeft omver geblazen
- hebben omver geblazen
- hebben omver geblazen
- hebben omver geblazen
v.v.t.
- had omver geblazen
- had omver geblazen
- had omver geblazen
- hadden omver geblazen
- hadden omver geblazen
- hadden omver geblazen
o.t.t.t.
- zal omverblazen
- zult omverblazen
- zal omverblazen
- zullen omverblazen
- zullen omverblazen
- zullen omverblazen
o.v.t.t.
- zou omverblazen
- zou omverblazen
- zou omverblazen
- zouden omverblazen
- zouden omverblazen
- zouden omverblazen
en verder
- ben omver geblazen
- bent omver geblazen
- is omver geblazen
- zijn omver geblazen
- zijn omver geblazen
- zijn omver geblazen
diversen
- blaas omver!
- blaast omver!
- omver geblazen
- omver blazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omverblazen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
blow over | omverblazen | overwaaien; voorbijtrekken |