Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate ontvankelijkheid

Translate ontvankelijkheid from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

ontvankelijkheid:
- openness; sincerity; susceptibility; frankness; admissibility
ontvankelijk:
- accessible
Wiktionary:
- ontvankelijkheid → susceptibility
- ontvankelijk → impressionable, receptive

Dutch

Detailed Translations for ontvankelijkheid from Dutch to English

ontvankelijkheid:

ontvankelijkheid [de ~ (v)] noun

de ontvankelijkheid (openheid)
the openness; the sincerity; the susceptibility; the frankness
- openness [the ~] noun
- sincerity [the ~] noun
- susceptibility [the ~] noun
- frankness [the ~] noun
de ontvankelijkheid
the admissibility
- admissibility [the ~] noun

Translation Matrix for ontvankelijkheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
admissibility	ontvankelijkheid
frankness	ontvankelijkheid; openheid	onbevangenheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; vrijmoedigheid
openness	ontvankelijkheid; openheid
sincerity	ontvankelijkheid; openheid	welgemeendheid
susceptibility	ontvankelijkheid; openheid	geprikkeldheid; geraaktheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid

Related Words for "ontvankelijkheid":

ontvankelijk

Wiktionary Translations for ontvankelijkheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• ontvankelijkheid	→ susceptibility	↔ recevabilité — juri\|fr qualité de ce qui est recevable.

ontvankelijkheid form of ontvankelijk:

ontvankelijk adj

ontvankelijk (openstaand; vatbaar)
accessible
- accessible adj

Translation Matrix for ontvankelijk:

Adjective	Related Translations	Other Translations
accessible	ontvankelijk; openstaand; vatbaar	begaanbaar; benaderbaar; bereikbaar; genaakbaar; open; toegankelijk

Related Words for "ontvankelijk":

ontvankelijkheid, ontvankelijke

Wiktionary Translations for ontvankelijk:

ontvankelijk

adjective

susceptible to influence
- impressionable → beïnvloedbaar; ontvankelijk
ready to receive new ideas or concepts
- receptive → ontvankelijk