Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onverbrekelijkheid:
  2. onverbrekelijk:


Dutch

Detailed Translations for onverbrekelijkheid from Dutch to English

onverbrekelijkheid:

onverbrekelijkheid [znw.] noun

  1. onverbrekelijkheid
    the indossulability

Translation Matrix for onverbrekelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
indossulability onverbrekelijkheid

Related Words for "onverbrekelijkheid":


onverbrekelijk:

onverbrekelijk adj

  1. onverbrekelijk (onlosmakelijk; onontwarbaar)

Translation Matrix for onverbrekelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
indissoluble onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk

Related Words for "onverbrekelijk":