Dutch
Detailed Translations for onwelvoegelijk from Dutch to English
onwelvoegelijk:
-
onwelvoegelijk (onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongepast; onbehoorlijk; ongehoord)
indecent; outrageous; improper; disgraceful; bad mannered; scandalous; impertinent; rude; shameful-
indecent adj
-
outrageous adj
-
improper adj
-
disgraceful adj
-
bad mannered adj
-
scandalous adj
-
impertinent adj
-
rude adj
-
shameful adj
-
Translation Matrix for onwelvoegelijk:
External Machine Translations: