Dutch
Detailed Translations for op zijn hart hebben from Dutch to English
op zijn hart hebben:
-
op zijn hart hebben (dwarszitten)
Translation Matrix for op zijn hart hebben:
Noun | Related Translations | Other Translations |
badger | das | |
nag | geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet | |
pester | bullebak; bullebijter | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
badger | dwarszitten; op zijn hart hebben | aanleiding geven tot; chicaneren; foppen; harrewarren; in de maling nemen; intimideren; kleinzielig gedragen; ophitsen; provoceren; te pakken nemen; terroriseren; tiranniseren; uitdagen; uitlokken; voor de gek houden; vrees aanjagen; wegpesten |
have something on one's mind | dwarszitten; op zijn hart hebben | |
nag | dwarszitten; op zijn hart hebben | aandringen; chicaneren; doordrammen; doordrukken; drammen; etteren; griepen; harrewarren; jennen; klagen; kleinzielig gedragen; klieren; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zeiken; zeuren; zieken |
pester | dwarszitten; op zijn hart hebben | chicaneren; kleinzielig gedragen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; wegpesten |