Dutch
Detailed Translations for opklossen from Dutch to English
opklossen:
-
opklossen (opwikkelen; opwinden; haspelen; op een haspel winden)
Translation Matrix for opklossen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
reel | filmspoel; haspel; klos; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding | |
wind | blaasinstrument; wind | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
reel | haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden | |
reel in | haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden | |
wind | haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden | opspoelen |
wind up | haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden | afronden; beslissen; besluiten; completeren; laatste gedeelte afmaken; omhoogkronkelen |