Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate opscheppers

Translate opscheppers from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

opscheppers:
- boaster; braggart; swankers; bluffers; boasters; charlatans; windbags

Dutch

Detailed Translations for opscheppers from Dutch to English

opscheppers:

opscheppers [de ~] noun, plural

de opscheppers (pocher; praatjesmakers; dikdoener; windbuil; windbuilen; opschepper; bluffer; snoever; snoevers)
the boaster; the braggart
- boaster [the ~] noun
- braggart [the ~] noun
de opscheppers (pochers; praatjesmakers; windbuilen; bluffers; snoevers; opsnijders)
the swankers; the bluffers; the boasters; the charlatans; the windbags
- swankers [the ~] noun
- bluffers [the ~] noun
- boasters [the ~] noun
- charlatans [the ~] noun
- windbags [the ~] noun

Translation Matrix for opscheppers:

Noun	Related Translations	Other Translations
bluffers	bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen
boaster	bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	blaaskaak; bluffer; grootspreker; hol vat; leeg vat; opschepper; patser; pocher; snoever; spekkopers; windbuil
boasters	bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen
braggart	bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	bluffer; geurmaker; grootspreker; opschepper; patser; pocher; praalhans; praatjes; praatjes hebben; showbink; snoever; spekkopers
charlatans	bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen	charlatans; kwakzalvers; wonderdokters
swankers	bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen
windbags	bluffers; opscheppers; opsnijders; pochers; praatjesmakers; snoevers; windbuilen	charlatans; kwakzalvers; wonderdokters