Dutch
Detailed Translations for pot from Dutch to English
pot:
Translation Matrix for pot:
Related Words for "pot":
Related Definitions for "pot":
Wiktionary Translations for pot:
pot
pot
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pot | → pot | ↔ Topf — kleines Gefäß |
• pot | → pot | ↔ Topf — Kurzform für: Kochtopf |
• pot | → box; container; bucket; can; case; crate; pot; chest; pail; tin; urn; tub; vat | ↔ baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas. |
• pot | → dyke | ↔ gouine — archaïsme|fr injur|fr coureuse ; femme de mauvaise vie. |
• pot | → pot; vase; vessel; jug; can; mug; tankard; jar | ↔ pot — vase de terre ou de métal servant à divers usages. |
• pot | → chamber pot | ↔ pot de chambre — vase, seau, que l’on utilise la nuit pour faire ses besoins. |
pot form of potten:
-
potten (oppotten; hamsteren; opzij leggen)
Conjugations for potten:
o.t.t.
- pot
- pot
- pot
- potten
- potten
- potten
o.v.t.
- potte
- potte
- potte
- potten
- potten
- potten
v.t.t.
- heb gepot
- hebt gepot
- heeft gepot
- hebben gepot
- hebben gepot
- hebben gepot
v.v.t.
- had gepot
- had gepot
- had gepot
- hadden gepot
- hadden gepot
- hadden gepot
o.t.t.t.
- zal potten
- zult potten
- zal potten
- zullen potten
- zullen potten
- zullen potten
o.v.t.t.
- zou potten
- zou potten
- zou potten
- zouden potten
- zouden potten
- zouden potten
en verder
- is gepot
- zijn gepot
diversen
- pot!
- pot!
- gepot
- pottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het potten (in potten doen)
Translation Matrix for potten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pot | ganja; hennep; kookpot; lesbienne; marihuana; pot; stuff; weed; wied; wiet | |
potting | in potten doen; potten | |
store | archief; bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
hoard | hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten | |
pot | hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten | |
store | hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten | archiveren; bewaren; deponeren; opbergen; opslaan; opzij leggen; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten |